h

Interview met Margriet Bleijenberg

11 juni 2011

Interview met Margriet Bleijenberg

Onderstaande interview verscheen op zaterdag 4 juni in de Gelderlander.

‘De eenzaamste baan op aarde’

Margriet Bleijenberg trad op 13 april plotseling af als wethouder in Arnhem. Zij vond zich niet ‘de juiste persoon voor de functie’, zei zij alleen. Nu vertelt zij meer.

door Piet Venhuizen

Een jaar lang is Margriet Bleijenberg voor de SP wethouder geweest. Het begon voor haar als een uitdaging, maar het werd een beproeving. Er was veel kritiek. Op 13 april legde ze het hoofd in de schoot. Woensdag neemt ze officieel afscheid in het Watermuseum.

Mevrouw Bleijenberg, bent u bedroefd of opgelucht?

„Allebei. De laatste maanden waren heel zwaar. Ik was gaan twijfelen of het wethouderschap iets voor me was. Toen ik eenmaal besloten had af te treden, was ik opgelucht. Wat blijft is het verdriet dat ik niet meer heb kunnen doen voor jeugd, onderwijs en veiligheid in Arnhem.”

Waarom bent u afgetreden?

„Ik heb moeten constateren dat ik onvoldoende een politiek dier ben. Ik wilde me met de inhoud bezighouden, maar ik heb me verkeken op de politieke spelletjes, op de machtsdingen. Het was ook een heftige tijd. Het college was nieuw, we moesten bezuinigen en daarbij moeilijke keuzes maken. Dat maakte het nog moeilijker.”

U zegt: het waren de politieke spelletjes, maar u kreeg ook de kritiek dat u onvoldoende kennis had van de zaken waar u mee bezig was.

„Misschien leek dat zo omdat ik in de raad onzeker werd als ik kritiek kreeg. Dan kwam ik er soms niet uit. Maar ik vind dat ik juist iemand van de inhoud ben. Neem nu de Radarschool. Die is slecht gehuisvest in Velp, maar ik had er met mijn medewerkers een goed gebouw voor gevonden in Presikhaaf. Personeel blij, kinderen blij, ouders blij, iedereen blij. Maar dan kom je in de raad en krijg je te horen: waarom heb je de problemen van álle scholen voor speciaal onderwijs nog niet opgelost. Dat is dan zo’n afknapper.”

Nieuwe huisvesting van het speciaal onderwijs was een van uw belangrijkste uitdagingen. Maar u bent er niet ver mee gekomen.

„Ik ben er een hele tijd mee bezig geweest, maar er is geen geld. Ik had al met schoolbesturen gesproken, maar dan kreeg ik van de raad weer het verwijt: u had al lang subsidie bij de provincie moeten regelen. Maar zo is het niet. Alles op zijn tijd. Ik was op koers.”

U wist toch wel dat het optreden van wethouders onder een vergrootglas ligt?

„Natuurlijk wel, maar ik had in mijn leven voordien altijd met gelijkgestemden gewerkt. Op school, in Provinciale Staten. Maar als je wethouder bent, dan heb je juist te maken met niet gelijkgestemde mensen die ervan genieten om dat uit te spelen. Politiek is altijd strijd, jezelf profileren, een ander onderuit halen. Daar heb ik me op verkeken. Ik wilde met jeugdzorg aan de slag, met de scholen. Maar ik kreeg te maken met raadsleden die me een hak zetten. Daar had ik te weinig verweer tegen. Ik zou beter op mijn plaats zijn geweest als beleidsambtenaar, denk ik nu. Want de inhoud is wél aan me besteed.”

Wie verwijt u het meeste die onaangename behandeling?

„Helemaal niemand. Ik verwijt niemand iets. Het is gewoon het systeem van de politiek, daar ben ik niet geschikt voor. Anderen zijn dat wel. Dat vind ik prima.”

En de andere wethouders, uw collega’s in het college, hadden die u niet kunnen helpen?

„Het politieke spel speelt ook in het college. Je moet met elkaar de geldpot verdelen en in deze tijden van bezuinigingen is dat een lastige klus. Je bent in het college ook elkaars concurrent. Ik ben zelf een cultuurliefhebber, maar als pakweg Michiel vanWessem geld binnenhaalde voor cultuur, dan kon dat bij wijze van spreken ten koste gaan van mijn scholen. Het wethouderschap is de eenzaamste baan op aarde.”

De SP kan kennelijk geen opvolger vinden. Vindt u dat ook geen gênante situatie?

„We hadden een ideale vervanger, maar die heeft om persoonlijke redenen afgehaakt. Nee, ik zeg niet wie. Nu moeten we opnieuw beginnen. Probleem is dat we vooral een actiepartij zijn, zonder grote kaartenbak met geschikte kandidaten. Er zijn ook mensen die hun baan niet op willen geven voor het onzekere wethouderschap.”

Wat gaat u zelf nu doen?

„Ik keer heel binnenkort terug naar het ROC Rijn IJssel en ga werken in een kleinschalig samenwerkingsverband tussen vmbo, mbo en werkgevers van zorg- en welzijnsinstellingen”

Margriet Bleijenberg

U bent hier