h

Dreigende miljoenentekorten voor gemeente Arnhem – Schriftelijke vragen SP aan college van B&W

16 maart 2019

Dreigende miljoenentekorten voor gemeente Arnhem – Schriftelijke vragen SP aan college van B&W

Dreigende miljoenentekorten voor gemeente Arnhem
Als gevolg van de uitkomsten van het verdeelmodel Beschermd wonen, Maatschappelijke opvang en Begeleiding  Wmo – gemeenteraad niet geinformeerd – Schriftelijke vragen SP

Aan: college van B&W,
Betreft: Schriftelijke vragen (art. 44 rvo)
Onderwerp:  verdeelmodel BWMO
 
Arnhem, 15 maart 2019
 
Geacht college,
Vorige week heeft de Rijksoverheid de uitkomsten van het verdeelmodel Beschermd Wonen, Maatschappelijke opvang en Begeleiding Wmo 2015 gepubliceerd.

Het model heeft als doel de middelen op deze terreinen van in totaal 4 miljard euro per jaar opnieuw over Nederland te verdelen. Hiermee wordt eveneens afscheid genomen van het model van financiering van centrumgemeenten.

De uitkomsten pakken voor de gemeente Arnhem en de omliggende gemeenten dramatisch uit. De SP fractie houdt er rekening mee dat de gemeente Arnhem er tot wel tien tot twintig miljoen euro per jaar op moet gaan toeleggen als er niets veranderd. Ook voor de regio als geheel pakt de herverdeling ongunstig uit. Een zeer ernstige zaak.

In de toelichting op het rapport staat ter inleiding geschreven:

“Gemeenten ontvangen via het gemeentefonds geld voor hun taken op het gebied van Beschermd wonen, Maatschappelijke opvang en Wmo 2015 begeleiding (totale omvang: ca € 4 miljard). In 2016 zijn de ministeries van BZK en VWS en de VNG bestuurlijk overeengekomen om één geïntegreerd objectief verdeelmodel te ontwikkelen voor deze drie geldstromen. De ontwikkeling van het verdeelmodel is uitbesteed aan Cebeon en begin 2018 afgerond. Tot op heden zijn de uitkomsten per gemeente op verzoek van de VNG nog niet gepubliceerd. Aanleiding voor het uitstel is vooral de onzekerheid rond de gevolgen voor gemeenten van de openstelling van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor Wmo-cliënten.  
In het bestuurlijk overleg Beschermd wonen van 24 mei 2018 is opnieuw gesproken over het moment van invoering van het geïntegreerde objectieve verdeelmodel. Aanleiding is onder andere het bredere traject van de evaluatie van de verdeelmodellen voor het sociaal domein in het gemeentefonds, dat per 2021 moet leiden tot een verbeterde verdeling. In genoemd bestuurlijk overleg hebben Rijk en VNG afgesproken dat beschermd wonen, maatschappelijke opvang en Wmo 2015 begeleiding hierin in beginsel meelopen. Tenzij nadere inzichten de implementatie in de weg staan, zal invoering van het geïntegreerde objectieve verdeelmodel daarmee plaatsvinden vanaf 2021.

In het licht hiervan is in het Bestuurlijk overleg beschermd wonen en maatschappelijke opvang van 11 december 2018 afgesproken de uitkomsten alsnog openbaar te maken. Op die manier hebben gemeenten en regio’s alvast een eerste beeld bij de financiële effecten van een objectieve verdeling in combinatie met een doordecentralisatie van taken naar alle gemeenten. Deze informatie kan worden gebruikt voor het (bestuurlijke) gesprek over de benodigde inhoudelijke beweging en bij het maken van regionale afspraken. De financiële effecten tussen regio’s zijn het gevolg van de objectieve verdeling. De uitkomsten per individuele gemeente zijn het gecombineerde effect van de objectieve verdeling en de doordecentralisatie.”

De uitkomsten voor Arnhem zijn zoals gezegd dramatisch: een halvering van 93.5mln naar 46.7mln euro per jaar. In het geval dat de zorg voor mensen met een psychische stoornis overgaat naar de Wlz ontstaat er nog een verdere verlaging naar 38.9 mln euro per jaar. Daar komt bij dat de regio Arnhem als geheel minder geld krijgt als gevolg van het verdeelmodel; van 129.4mln naar 103.1mln euro per jaar.

De gemeente blijft verantwoordelijk voor de zorg en begeleiding van de eigen ingezetenen.  Het ziet er naar uit dat die kosten een stuk hoger zullen blijven liggen dan de inkomsten die we volgens het nieuwe verdeelmodel nog mogen verwachten. En daar ontstaan dan de tekorten. Daarnaast zullen de gemeenten in de regio de verantwoordelijkheid voor hun eigen ingezeten moeten gaan overnemen van centrumgemeente Arnhem. Echter, dit vraagt bestuurlijke afspraken en daarover is nog geen enkele duidelijkheid. Ook dit vormt een risico.

De fractie van de SP stelt hierbij de volgende vragen;

1. Wat is de reactie van het college op het verdeelmodel en de gepubliceerde uitkomsten in zijn algemeenheid en voor de gemeente Arnhem in het bijzonder?
 
2. Kan het college de inschatting van de SP fractie dat het financieel nadeel voor de gemeente Arnhem als gevolg van dit verdeelmodel rond de 10mln á 20mln per jaar kan gaan bedragen, beamen? Zo nee, wat is dan het financieel nadeel waar het college op dit moment rekening mee houdt? Graag toelichten.
 
3. Is het college het met de SP eens dat het gehanteerde model een onrechtvaardige verdeling oplevert;
a. voor de gemeente Arnhem?
b. voor de regio Arnhem?
c. Voor de gemeenten buiten de Randstad?
d. Zo nee, waarom niet? Graag toelichten.
 
4. Wat gaat het college ondernemen nu de uitkomsten van het verdeelmodel bekend zijn?
 
5. In het verleden heeft het college het (complexere) verdeelmodel BUIG geanalyseerd en daarin toen fouten ontdekt. Dat heeft uiteindelijk geleid tot aanpassing van dat verdeelmodel met een gunstigere uitkomst voor Arnhem.
a. Heeft het college dit verdeelmodel ook geanalyseerd?
b. Zo ja, wat zijn de bevindingen van het college?
c. Zo nee, waarom niet?
d. Is het college bereid dat alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?
 
6. In de mjpb 2018-2022 werd het verdeelmodel nog aangemerkt als een financieel risico voor de gemeente Arnhem (pagina’s 17, 181, 182, 184) en was er ook een bedrag in het weerstandsvermogen voor opgenomen. In de mjpb 2019-2022 blijkt het verdeelmodel niet langer te zijn opgenomen in de risicoparagraaf. Er wordt echter geen melding gemaakt van het vervallen van dit risico.
 
a. Waarom is het risico van het verdeelmodel niet opgenomen in de mjpb 2019-2022?
b. Waarom is het vervallen van dit risico niet gemeld en verklaard in de mjpb 2019-2022?
c. Is het college van mening dat de gemeenteraad op een zorgvuldige wijze is meegenomen in de risico’s van dit verdeelmodel?
d. Hoe beoordeelt het college de risico-inschatting op dit terrein ten tijde van de samenstelling en behandeling van de begroting 2019-2022?
e. Indien hier sprake is van een omissie, wanneer heeft het college deze omissie geconstateerd? Waarom is de gemeenteraad hier dan niet direct over geïnformeerd?
 
7. In de perspectiefnota 2018-2021 staat geschreven:
“Per 1 januari 2020 wordt een (geïntegreerd) objectief verdeelmodel voor het Beschermd wonen, de Maatschappelijke Opvang en de WMO begeleiding ingevoerd. De centrumgemeente functie voor het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang vervalt en de middelen gaan rechtstreeks naar de individuele gemeenten… ... De herverdeeleffecten van het nieuwe verdeelmodel zijn nog niet bekend… … De herverdeeleffecten vragen bijzondere aandacht, gezien de vergaande consequenties. Arnhem is hiervoor ambtelijk aangesloten bij landelijke werkgroepen.”
 
Op dat moment was de gemeenteraad goed aangesloten op de ontwikkelingen van dit verdeelmodel. Vanuit de ambtelijke werkgroepen kon het college de gemeenteraad op hoofdlijnen informeren over de ontwikkelingen. En dat deed het ook. De afgelopen periode is dat niet meer gebeurd.

a. Is Arnhem nog steeds ambtelijk aangesloten bij de landelijke werkgroepen?
b. Zo nee, wanneer is daar een einde aan gekomen en waarom is dat gebeurd?
c. Zo ja, waarom heeft het college de gemeenteraad dan niet aangesloten op de ontwikkelingen zoals in het verleden wel gebeurde? Graag toelichting.
 
8. In de toelichting op het verdeelmodel staat geschreven: In het licht hiervan is in het Bestuurlijk overleg beschermd wonen en maatschappelijke opvang van 11 december 2018 afgesproken de uitkomsten alsnog openbaar te maken. Op die manier hebben gemeenten en regio’s alvast een eerste beeld bij de financiële effecten van een objectieve verdeling in combinatie met een doordecentralisatie van taken naar alle gemeenten. Deze informatie kan worden gebruikt voor het (bestuurlijke) gesprek over de benodigde inhoudelijke beweging en bij het maken van regionale afspraken. De financiële effecten tussen regio’s zijn het gevolg van de objectieve verdeling. De uitkomsten per individuele gemeente zijn het gecombineerde effect van de objectieve verdeling en de doordecentralisatie.
 
a. Wat heeft het college gedaan om te voorkomen dat het verdeelmodel negatief zou gaan uitpakken voor de gemeente Arnhem?
b. Heeft het college deelgenomen aan gesprekken over het verdeelmodel? Zo nee, waarom niet?
c. Wat heeft het college ondernomen om invloed uit te oefenen op het verdeelmodel?
d. Het college zat in het verleden dicht bij het vuur, zoals bij het BUIG-budget waar het college een negatieve uitkomst voor Arnhem wist bij te stellen door een effectieve lobby te voeren richting het rijk, maar ook omdat het college stevig positie had in de commissies van de VNG. Het college heeft tegenwoordig geen enkele positie meer in de commissies van de VNG. Is het college van mening dat het voor de gemeente Arnhem op dit dossier gunstig is dat het college geen positie bekleed in relevante commissies in de VNG? Graag toelichten.
 
9. In de toelichting staat verder geschreven:
“Het verdeelmodel gaat er vanuit dat alle gemeenten naast het budget voor Wmo 2015 begeleiding middelen ontvangen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang, geïntegreerd in één verdeelsleutel. Centrumgemeenten zien daardoor een daling van hun budget, terwijl nietcentrumgemeenten – die nu alleen middelen voor Wmo 2015 begeleiding ontvangen – er budget bij krijgen. Tegenover deze verschuivingen staat ook een taakwijziging. Hoewel niet-centrumgemeenten per 1 januari 2015 wettelijk al verantwoordelijk zijn voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang, wordt deze taak in de praktijk uitgevoerd door de centrumgemeenten. Per 2021 verandert dat en zijn alle gemeenten financieel verantwoordelijk voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Er is vanaf 2021 dus sprake van in ieder geval twee wijzigingen: 1) doordecentralisatie van taken naar alle gemeenten en 2) invoering van een objectief verdeelmodel over alle gemeenten. Gemeenten zullen geleidelijk toegroeien naar de nieuwe situatie, zodat de financiële verandering en de verandering in taak niet ineens plaatsvindt (zie punt IV over het ingroeipad). Belangrijk is daarnaast dat centrum- en regiogemeenten hierover concrete uitvoeringsafspraken maken. Dit onderstreept het belang van de bestuurlijke afspraak van Rijk en VNG dat gemeenten uiterlijk in 2019 regionale afspraken gaan maken. Het gaat dan zowel om de inhoudelijke randvoorwaarden, als om financiële afspraken en procesafspraken. Deze afspraken dienen vervolgens een plek te krijgen in de op te stellen regionale plannen.”
 
a. Heeft het college al een aanvang genomen met het maken van bestuurlijke afspraken met de gemeenten in de regio?
b. Zo nee, waarom niet?
c. Zo, ja wat is de stand van zaken? Graag toelichten.
d. Welke planning hanteert het college om te komen tot het maken van bestuurlijke afspraken en het opstellen van regionale plannen?
e. Welke inhoudelijke uitgangspunten c.q. inzet hanteert het college bij het maken van afspraken met de regio en het opstellen van regionale plannen ?
f. Waarom is de raad over bovenstaande zaken nog niet over geïnformeerd?  Graag punt voor punt toelichten.
g. Op welk moment denkt het college de gemeenteraad wel te betrekken?
h. Wanneer kan de raad een voorstel verwachten?
i. Is het college het met de SP fractie eens dat het onacceptabel is als er mensen tussen wal en het schip gaan vallen in de overgang van centrumgemeente naar regiogemeente?
j. Op welke wijze gaat college voorkomen dat mensen gedupeerd worden als gevolg van deze overgang?
k. Is het college het met de SP fractie eens dat er geen tijd te verliezen is om te komen tot gedegen en zorgvuldige afspraken met de regiogemeenten gezien het belang voor de inwoners en de omvang van de baten en lasten op dit terrein? Graag toelichten.
 
10. In de toelichting staat geschreven: De invoering in 2021 van het geïntegreerde objectieve verdeelmodel voor beschermd wonen, maatschappelijke opvang en Wmo 2015 begeleiding brengt voor gemeenten en regio’s onvermijdelijk financiële effecten met zich mee. Het gaat niet alleen om de herverdeeleffecten als gevolg van de invoering van een objectieve verdeling, maar ook om de financiële effecten van de doordecentralisatie naar alle gemeenten. Voor een soepele invoering is het van belang dat afspraken worden gemaakt over een ingroeipad, zodat gemeenten geleidelijk naar deze financiële effecten toegroeien. Op die manier worden regio’s en gemeenten ook in staat gesteld om geleidelijk naar de taakverschuiving toe te groeien. De gebruikelijke werkwijze in het gemeentefonds is dat een nieuw verdeelmodel in één keer wordt ingevoerd (i.c. 2021) en dat er via aanvullende uitkeringen3 uit het gemeentefonds voor wordt gezorgd dat gemeenten in stappen toegroeien naar het uiteindelijke financiële effect. Het financiële effect treedt dus niet in één keer op.
 
a. Welke financiële effecten voorziet het college voor respectievelijk de gemeente Arnhem, als mede de regio als geheel als gevolg van het verdeelmodel op basis van de op 6 maart gepubliceerde uitkomsten?
b. Welke financiële effecten voorziet het college voor respectievelijk de gemeente Arnhem, en de regio als geheel op als gevolg van de doordecentralisatie naar alle gemeenten?
c. Welke maatschappelijke gevolgen voorziet het college?
d. Hoe zien de antwoorden op  a. b. en c. eruit in het geval dat de zorg voor mensen met psychische problemen onder de Wlz gaat vallen? Graag toelichten.  
e. Waarom heeft het college de gemeenteraad daarover tot op heden niet geïnformeerd?
f. Welke uitgaven heeft de gemeente in zijn totaliteit over de jaren 2016 en 2017 over de genoemde beleidsterreinen gemaakt en welk deel van die uitgaven betrof uitgaven, gemaakt ten behoeve van ingezeten van de gemeente Arnhem en welk deel betrof uitgaven gemaakt ten behoeve van ingezeten van andere gemeenten?
g. Wat is de het standpunt van het college aangaande het ingroeipad?
h. Wat heeft het college tot op heden ondernomen om zo meteen een zo gunstig mogelijk ingroeipad te verkrijgen?
i. Wat gaat het college nog ondernemen om een zo gunstig mogelijk ingroeipad te verkrijgen? Graag toelichten.
j. Wat is volgens het college een verantwoorde manier om naar de taakverschuiving toe te groeien?  Wat zijn daarbij de volgens het college de minimale vereisten? Graag toelichten.
 
11. In de toelichting staat geschreven:
“Het aantal Wmo-clienten dat overgaat naar de Wlz zal per regio verschillen. In het door Cebeon ontwikkelde verdeelmodel is hiermee rekening gehouden. Er zijn twee varianten van het verdeelmodel ontwikkeld: één variant die rekening houdt met de openstelling van de Wlz en één variant die dat niet doet. Het onderzoeksbureau heeft op basis van een rapport van HHM5 en een uitvraag onder centrumgemeenten een zo goed mogelijke inschatting gemaakt van het budgettaire effect van de openstelling van de Wlz. In een aantal regio’s was de respons onvoldoende.”
 
a. Heeft het college respons gegeven op deze uitvraag?
Zo ja, wat was de respons? Zo nee, waarom niet?
b. Heeft het college verder nog respons gegeven in het kader van het onderzoek?
Zo ja, kunnen wij daarvan afschriften ontvangen? Zo nee, waarom niet?
De SP vraagt u deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden. Als één of meer vragen niet binnen de termijn beantwoord kunnen worden dan is het verzoek dit aan te geven, met daarbij een indicatie binnen welke termijn die vragen wel beantwoord kunnen. Daarnaast is het verzoek om de overige vragen al wel te beantwoorden. Bij voorbaat dank.
 
 
Hoogachtend,
G. E. Elfrink
Namens de fractie van de SP in de gemeenteraad van Arnhem

U bent hier