h

Schriftelijke vragen over nieuw contract met "callcenter" CIZ

2 december 2010

Schriftelijke vragen over nieuw contract met "callcenter" CIZ

"Met de indicatiestelling door het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) viert het blauwdruk-denken in Nederland hoogtij. Duizenden indicatiestellers bepalen, met behulp van indicatiewijzers, 'uniform en objectief' welke zorg iemand nodig heeft. Deze procedures kosten veel tijd van professionals, zijn voor veel clienten onbegrijpelijk en kosten meer dan 200 miljoen euro per jaar."

De SP is niet gelukkig met het indicatieorgaan CIZ, maar we begrijpen dat het indiceren van meervoudige problemen een complexe situatie is en er volgens een indicatieprotocol gewerkt moet worden.

Naar onze mening is het CIZ een afstandelijk orgaan dat enkel naar papier kijkt en niet naar de mens. Wij vinden het niet wenselijk dat er, vooral bij nieuwe aanvragen, telefonisch geindiceerd wordt.

Pas als je bij iemand over de vloer komt, zie je wat er allemaal speelt. Vooral bij psychiatrische patienten of zogeheten multiprobleemgezinnen, is een telefonische intake door het CIZ niet toereikend. Een psychotische patient zegt aan de telefoon dat het best goed gaat, maar zou je bij hem of haar thuiskomen, dan blijkt dat deze persoon helemaal in de war is en zichzelf verwaarloost.

"De praktijk leert dat het CIZ op basis van beleidsregels en protocollen (en de eigen interpretatie daarvan) werkt. Met een beroep op vermeende objectiviteit wordt, veelal zonder de patient te hebben gezien, besloten welke zorg nodig zou zijn. Bij een afwijzing van 'een indicatie' wordt verwezen naar regels en bedoeling van de wetgever. Tegen een dergelijk bureaucratisch geweld is menigeen niet bestand."

Daarom heeft de SP de volgende vragen aan het College:

Vraag 1:

Welke afweging heeft het College gemaakt bij het vernieuwen van het contract met het CIZ en waarom wordt er niet voor een andere organisatie gekozen zoals bijvoorbeeld Argonaut?

Vraag 2:

Welke inhoudelijke afspraken zijn er met het CIZ gemaakt, bijvoorbeeld over het telefonisch indiceren?

Vraag 3:

Is de wethouder het met de SP eens dat telefonisch indiceren niet wenselijk is, zeker niet voor de eerste indicatie?

Vraag 4:

Wat is de aard/inhoud van het indicatieprotocol?

Vraag 5:

Hoe zit het met de wachttijden voor indicatie?

Vraag 6:

Is er iets bekend over de tevredenheidsresultaten van mensen ten aanzien van het CIZ?

Vraag 7:

Hoe staat het met de prijs- kwaliteitsverhouding van het CIZ? En als deze onvoldoende is, is de wethouder dan bereid om te kijken naar alternatieven?

Vraag 8:

Is het College bereid om, in het kader van het WMO-project De Kanteling, te onderzoeken of er multidisciplinair gekeken kan worden bij complexere indicaties?

U bent hier