h

Weinig ruimte, goed vervoer

23 februari 2016

Weinig ruimte, goed vervoer

Wethouder Alex Mink (SP) woont in Arnhem-Zuid. Hij reist het liefst per fiets of openbaar vervoer: ‘Wat reistijd betreft is het misschien niet altijd even snel. Maar op de fiets kijk ik toch heel anders naar onze prachtige stad. Ik laat mij er graag door inspireren.’

Mink heeft het naar zijn zin op zijn werk. Hij gaat over ruimtelijke ordening, mobiliteit, het gemeentelijk personeel en vergunningen en handhaving. ‘Het gaat om onze leefomgeving: wat kun je waar doen? Wanneer komt de gemeente in actie om iets toe te laten? Of juist tegen te houden? Het is een hele kunst. In onze stad hebben we weinig ruimte. Die ruimte moeten we in redelijkheid met elkaar delen.Mensen kijken natuurlijk als eerste naar hun eigen buurt. Maar de regels veranderen vaak. Dat botst af en toe. Soms voelen mensen zich tekortgedaan.’

Het gaat vaak over parkeren.‘Wijken als Heijenoord of Sint Marten, de oude stadsuitbreidingen in Noord, zijn gebouwd in een totaal andere tijd. Ik noem ze altijd de ‘postkoets’-wijken. Hier woonden vroeger arbeiders. Nuwonen er vooral tweeverdieners. Deze wijken zijn niet gebouwd op twee auto's per huishouden. Dat geeft overlast. Als gemeente kun je dan helaas niet veel doen. Maar je moet er wel samen met de bewoners uit zien te komen. In enkele wijken maken bewoners zelf plannen om de overlast te beperken. Dat is goed, want zij wonen er en hebben goede ideeën.’

Verkeer en technologische ontwikkelingen gaan hand-in-hand. Denk aan de vernieuwing van de trolleybus. ‘Onze trolleybussen zijn uniek in Europa. Arnhem heeft schoon en snel openbaar vervoer. Onze stad is bezig met de trolley 2.0-bus: zulke bussen laden zich op aan de bovenleiding. Ze rijden enkele kilometers op een batterij. Arnhem krijgt echt ‘elektrisch’ stadsvervoer.’

Mink maakt zich zorgen over het vervoer van mensen die extra ondersteuning nodig hebben. De Rijksoverheid heeft ook deze taak aan gemeenten gegeven, maar met een flinke bezuiniging.‘Houd dan de regiotaxi maar eens volledig overeind. Toch zie ik ook dat mensen best met de stadsbus willen en kunnen reizen. Ze moeten er nogaan wennen. Daar kan de gemeente bij helpen. Dat begint bij meer invloed op de busdienstregeling en met nadenken over goede hulp bij het reizen.’

U bent hier