Gerrie Elfrink houdt het hart van Malburgen graag kloppend
Gerrie Elfrink houdt het hart van Malburgen graag kloppend
Op de Balansdag in het Bruishuis (georganiseerd door Bewonersbedrijf Malburgen op 21 november) sprak ook wethouder Gerrie Elfrink. Het was een verhaal ‘recht uit zijn hart’. Hij woont al een heel aantal jaren in de wijk en is er oprecht mee begaan. De wijkkrant wil graag meer weten over de ideeën van de wethouder. Welke kant gaat het op met Malburgen? “Fysiek is het ontwikkelingsplan wel een keer klaar, maar we moeten ook aan een gemeenschap bouwen.”
In jouw toespraak op de Balansdag refereerde je aan de Sint Maarten optocht die begin november door de wijk trok. Waarom was dat voor jou zo’n tekenende gebeurtenis?
“In mijn optiek wordt de wijk beter van dingen sámen doen. Sint Maarten is een van oorsprong Nederlands kinderfeest. Maar in de optocht liepen wijkbewoners van allerlei leeftijden en culturen mee. Vooraf hebben we samen gegeten. Er was muziek bij en we trokken met z’n allen door de straten, langs verzorgingshuizen; overal gingen gordijntjes open. Ik noemde het al ‘een spoor van geluk’ dat door de wijk ging. Dat kan in mijn ogen veel vaker gebeuren. Niet precies die optocht, maar wel samen eten bijvoorbeeld. En het liefst ook samen voedsel verbouwen en het samen bereiden. Dat past in deze tijd: mensen willen weer producten die van dichtbij huis komen. Tegelijkertijd zorgt grond in de wijk bewerken ervoor dat mensen zich weer verantwoordelijk voelen voor de stukken groen in de wijk. Nu is er vooral ‘kijkgroen’. Dat is ‘van iedereen’ en daarmee van niemand. Uiteraard moet de wens of wil om stadslandbouw te bedrijven van mensen zelf komen. Vervolgens moet de gemeente daar meer ruimte voor geven.”
Je pleitte er ook voor dat meer mensen in de wijk gaan léven?
“Ja, veel mensen wonen in de wijk, maar ze leven er niet echt. Hun kinderen zitten elders op school of op de sportclub. Dat is zonde. Stel je open voor de wijk. Een voorbeeld. Het is jammer dat voetbalclub Arnhemia met moeite het hoofd boven water houdt, terwijl de club het heel goed met de wijk voor heeft. Met meer leden zou de club veel meer voor Malburgen kunnen betekenen. Dat wil Arnhemia ook heel graag.”
In de wijk moeten we er samen de schouders onder zetten?
“Ja, het is een volkswijk. Spreek elkaar gewoon aan. Om iets leuks op poten te zetten, maar ook om elkaar ergens op te wijzen. Het ligt er erg aan hoe je dat aanpakt. Humor helpt. Ik zag laatst iemand zo’n MC Donalds zak vlak voor zijn huis neergooien. Vervolgens liep hij naar binnen. Ik heb toen aangebeld en gezegd: ‘Hee, je liet per ongeluk iets vallen. Ik breng het even terug.’ Hij keek een beetje verbaasd, maar pakte het wel aan. Voor mij is de kracht van Malburgen dat we er leuke dingen organiseren waar iedereen aan mee kan doen.”
De groeiende groep mensen met flinke problemen, wat vindt u daarvan?
“Malburgen is een beetje de weg van de minste weerstand bij het huisvesten van complexe groepen bewoners. Dat kan niet aan de gang blijven. Bij ernstige problemen van huidige bewoners moet het sociaal wijkteam ingeschakeld worden. En sinds september is Vroeg Eropaf Arnhem in de hele stad ingevoerd: onder meer Menzis, de dienst gemeentelijke belastingen, Nuon, Vitens en drie woningcorporaties zijn aangesloten. Heeft een bewoner aan het eind van de maand bij twee van deze instanties een betalingsachterstand, stuurt de gemeente een hulpverlener. Dat voorkomt dat problemen erger worden. Het fysieke ontwikkelen is een keer klaar, maar we moeten aan een gemeenschap blijven bouwen. Er zijn genoeg mensen die dat willen, maar die moeten elkaar ook weten te vinden. Daar is een beetje hulp van gemeente, Volkshuisvesting of bijvoorbeeld de scholen voor nodig. We kunnen dan ook de wijkeconomie weer extra leven inblazen. Het geloof bij bewoners dat je dingen niet kunt veranderen, is volop aanwezig in Malburgen. Dat mag wel wat minder. Het is een plek om trots op te zijn.”