h

“De GGZ is de echte patiënt”

26 augustus 2012

“De GGZ is de echte patiënt”

In de afgelopen weken berichtte verschillende media over een petitie tegen agressie naar medewerkers in de GGZ (psychiatrische instellingen). De verpleegkundigen eisen een halvering van het aantal gevallen agressie in vijf jaar en een van de oplossingen die zij aandragen is het overplaatsen van cliënten naar andere afdelingen. Cliënten reageerden fel terug. Wat hen stoorde was de eenzijdige nadruk op het personeelsperspectief en de soms stigmatiserende uitlatingen richting cliënten.

Als psycholoog, bondgenoot van cliënten, patiënten en hulpverleners, en actief SP-er merkte ik dat deze zaak me enorm raakte. In eerste instantie werd ik boos en verdrietig om de tekst van de petitie van de verpleegkundigen. “Stop de Agressie” vond ik een ongelukkig gekozen titel, omdat het lijkt alsof de psychiatrische patiënt gevaarlijk is. Maar toen ik de inhoud van de petitie las begreep ik dat verpleegkundigen meer zeggenschap willen, en dat begrijp ik maar al te goed.

Verpleegkundigen hebben binnen de psychiatrie te weinig zeggenschap, daarbij kunnen zij de cliënt de hand geven, want ook die heeft ook nauwelijks zeggenschap.

Naar mijn overtuiging heerst binnen de psychiatrie teveel een “beheermodel”. Als de cliënt zich rustig en gehoorzaam gedraagt wordt er positief over hem gerapporteerd. Agressie is vaak een reactie op de afwezigheid van persoonlijke aandacht van verpleegkundigen en overige behandelaars, zoals psychologen en psychiaters.

Als ik mijn cliënten bezoek binnen een GGZ instelling zie ik dat verpleegkundigen op hun kantoor zitten. De cliënten hangen wat rond. Als ze aankloppen voor een persoonlijk gesprek moeten ze altijd “even wachten”. De meeste instellingen hebben een prachtig restaurant voor het personeel met een buitenterras. De patiënten lopen daar langs naar hun afdeling. Ze mogen beslist niet in het restaurant naar binnen. Op hun eigen afdeling wordt een etenskar neergezet met behoorlijk onsmakelijke maaltijden. Ze hebben een klein zitje buiten en geen prettige plek om bezoek te ontvangen.

De contactmomenten met verpleegkundigen blijven meestal beperkt tot twee maal daags een verplicht koffiekwartiertje. Patiënten zijn verplicht daarbij aanwezig te zijn, evenals een verpleegkundige. Een verplicht nummer. Er wordt niets besproken.

Het is niet gek dat hulpverleners een burn-out krijgen en dat patiënten agressief worden. Het systeem is ziek; gebaseerd op hiërarchie, beheersing en bureaucratie. Eigenlijk heeft niemand er meer zeggenschap over met als gevolg dat er niemand meer aan te wijzen is die daarvoor verantwoordelijk is. De psychiatrie is een te groot instituut geworden. Petities en tegenpetities kunnen we steunen. Een heel systeem veranderen is een hele lange weg. Tot die tijd kunnen we pleisters plakken op pijnlijke plekken. Op de lange weg die er nog te gaan is, is het goed om petities (noodkreten) te ondertekenen.

Ik ben zelf buiten het systeem gaan werken omdat ik het van binnen uit niet kon veranderen. Als er een Boze patiënt bij mij in de tuin staat om met een bloempot mijn hersens in te slaan, wat echt is gebeurd, dan sla ik haar uit zelfverdediging tegen de grond. Daarna ga ik naar de politie om dit te vertellen en om de kleren mee te nemen die ze heeft uitgetrokken om naakt in mijn groene kliko te gaan zitten. Ze zit dan inmiddels even in de cel. Voor het geval ik te ver ben gegaan met mijn klap meld ik mezelf.

Inmiddels is het contact (zonder ingewikkelde protocollen) hersteld en zeer goed werkbaar, al weer langer dan een jaar. Als dit binnen een GGZ instelling was gebeurd was de kans een stuk kleiner geweest dat we ooit weer zouden samenwerken.

Wat wil ik hier mee zeggen? Deze cliënt en ik hadden in deze situatie de volledige zeggenschap over onszelf, binnen de grenzen van de wet. Wij beiden hebben geleerd dat we zelf verantwoordelijkheid kunnen hebben over onze daden, zelfs als we ziek zijn of ons bedreigd voelen.

Het moet allemaal simpeler en menselijker binnen de psychiatrie. En het gekke is: het kan!

Annemarie van Harten, commissielid zorg en welzijn

U bent hier