Evaluatie collectieve ramenwasservice roept veel vragen op
Evaluatie collectieve ramenwasservice roept veel vragen op
Thuiszorgorganisaties geven aan dat het projectplan veel administratieve rompslomp oplevert, terwijl men daar juist vanaf wilde. Desiree wil van B en W weten welke organisaties meedoen aan het project aangezien in het aanbestedingsdocument staat dat zij alle 4 mee moeten doen. Ook over de financiële kant is onduidelijkheid. De thuiszorgorganisaties krijgen voor de collectieve dienst een uurtarief van € 19,90 euro. Welk bedrag hiervan naar Presikhaaf Bedrijven gaat is niet bekend. De ramenwasservice moest een kostenbesparing opleveren doordat de vaste huishoudelijke hulp bij elke cliënt 5 minuten per week minder aanwezig is. Thuiszorgorganisaties en medewerkers zien dit als weglekken van financiële middelen en arbeid. De SP heeft al eerder haar ongenoegen geuit over dit project omdat het pure verdringing van werk is.
Inmiddels blijkt dat bij alle cliënten van de thuiszorg 5 minuten hulp is afgetrokken, dit terwijl niet iedereen de raamwasservice heeft. Ook aan de uitvoering van de raamwasservice schort het een en ander. De huishoudelijke hulp is volgens het aanbestedings-document degene die de inzet van de collectieve ramenwasservice moet regelen. Dat is een lastige taak aangezien de planning vaak niet up to date is en veranderingen niet op tijd worden doorgegeven. Medewerkers in de huishoudelijke zorg hebben bij SP raadslid Egberts aangegeven dat het voor cliënten niet duidelijk is wanneer de ramenlappers komen en of men is geweest. De rekening komt uiteindelijk wel bij deze medewerkers terecht want de 5 minuten worden wel van hun werktijd afgetrokken. Uit navraag blijkt ook dat de mensen van de collectieve ramenwasservice met z'n tweeën komen, terwijl de huishoudelijke zorg de taak in zijn of haar eentje deed. Een ander praktisch probleem is dat de mensen van de ramenwasservice niet door het huis of het appartement mogen. Flatbewoners hebben daarom pech en krijgen dus alleen schone ramen aan de voorkant. Egberts vraagt zich ernstig af waarom het college het prima vind om een inefficiënte werkwijze door te zetten. Zij heeft dan ook twijfels over de betrokkenheid van cliënten en medewerkers bij de evaluatie van het project. Alles wijst er volgens haar op dat hen weinig tot niets is gevraagd over hun ervaringen. Kortom: wordt vervolgd.
- Zie ook:
- Desiree Egberts