h

De grootste verliezers van de WMO zijn de Thuiszorgmedewerkers

9 januari 2012

De grootste verliezers van de WMO zijn de Thuiszorgmedewerkers

Als je wilt dat er genoeg mensen in de zorg willen werken, moet je het beroep niet afbreken, maar herwaarderen. De vraag van de client moet leidend zijn.

In 2007 is de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) ingevoerd, o.a. de huishoudelijke verzorging is uit de AWBZ gehaald en hiermee verviel ook het recht op zorg. Onder de WMO bestaat slechts een compensatieplicht om mensen mee te kunnen laten doen in de samenleving. Er moest Europees aanbesteed worden, dus thuiszorginstellingen gingen bezuinigen op het personeel en onder de kostprijs contracten afsluiten om een goede concurrentiepositie te verwerven. De werkdruk werd verhoogd, omdat mensen minder zorguren kregen en de medewerkers moe(s)ten meer werk verzetten in minder tijd. De arbeidsvoorwaarden werden verslechterd, de lonen verlaagd, er kwam een verschuiving naar minder gekwalificeerd personeel. Verder was minder ruimte en geld voor scholing en begeleiding.

Dit zijn ook de meldingen die de SP op het onlangs geopende meldpunt voor thuiszorgmedewerkers ontvangt. Gemiddeld verdient een medewerker maar 9 euro per uur en krijgt geen fulltime contract waardoor je geen kostwinner kunt zijn, er is veel stress door de continue onzekerheid of het contract wel verlengd wordt. De meeste thuiszorgmedewerkers houden het werk maar de omstandigheden demotiveren en ze vragen zich af hoelang ze dit nog volhouden. Het vak huishoudelijke zorg wordt steeds verder uitgehold.

Bij STMG (de grootste thuiszorgorganisatie in Arnhem) moet 65% van het personeel eruit! De medewerkers hebben een tijdelijk contract en dit wordt niet verlengd. Wij kregen hier ook meldingen over en hebben navraag gedaan. Het argument was: de bezuiniging doorgevoerd bij de gemeente. Maar dat is niet juist, er wordt nu niet bezuinigd. Er wordt dus al vooruitgelopen op de landelijke trend van het afbreken van de thuiszorg. Dat mogen we niet laten gebeuren in Arnhem.

Als je wilt dat er genoeg mensen in de zorg willen werken, moet je het beroep niet afbreken, maar herwaarderen. De SP pleit dan ook voor een kleinschalige, menselijk aanpak waarin je de medewerkers hun beroepstrots teruggeeft. Organiseer de thuiszorg op wijk- en buurtniveau, door te werken met kleine zelfstandige teams en vaste groepen clienten. Laat de signaleringsfunctie intakt, deze is belangrijk om juist de kwalen vroegtijdig vast te stellen, zodat er ingegrepen kan worden.

Hiermee voorkom je dat mensen te laat naar de huisarts gaan met verergerde klachten. Laat de indicaties los zoals ze nu zijn, kijk echt gericht naar wat mensen nodig hebben en geef de medewerkers de vrijheid hierin. Zij kennen de client en weten precies wat iemand op dat moment nodig heeft.

Stimuleren van zelfredzaamheid, het netwerk erbij betrekken zijn dingen waar nu geen tijd voor is, terwijl medewerkers aangeven dit belangrijk te vinden. Dit gaat niet vanzelf daarin is scholing heel belangrijk. De vraag van de client moet leidend zijn, niet de organisatie, de productieafspraken of de indicatie. Werk aan het in stand houden van de eigen kracht van mensen, het aanbod moet aanvullend of ondersteunend op de persoonlijke mantelzorg of het netwerk zijn. Oog hebben voor het voorkomen van sociaal isolement en bevorderen van maatschappelijke participatie. Door te investeren in goede preventieve thuiszorg op dit niveau voorkom je een sneller beroep op duurdere zorg , daar is de SP van overtuigd. Dit stelt mensen in staat om veel langer zelfstandig te blijven wonen. Medewerkers geven zelf aan op deze manier te willen werken. En het geeft de thuiszorgmedewerkers plezier in hun werk terug en de waardering die ze verdienen. En laten we stoppen met de Europese aanbesteding! Dit is ook niet nodig omdat thuiszorg onder maatschappelijke diensten valt.

Ons meldpunt blijft geopend voor de medewerkers want er moet nog veel gebeuren:

http://www.meldpuntthuiszorgarnhem.nl/

U bent hier