Zorgen en vragen over voortgang ketenzorg dementie
Zorgen en vragen over voortgang ketenzorg dementie
Om dementerende mensen langer zelfstandig veilig thuis te kunnen laten wonen is begeleiding via de ”ketenzorg dementie” vanuit de rijksoverheid in Nederland georganiseerd. Deze begeleiding door casemanagers dementie is langdurig en eindigt zodra de thuissituatie niet meer veilig en hanteerbaar is en opname in een verpleeghuis onvermijdelijk wordt.
Door gewijzigde financiering is er voor deze ketenzorg minder geld beschikbaar. De SP heeft hierover op 24 november 2014 mondelinge vragen gesteld aan het college. De problematiek bleek toen nog onbekend en ingewikkeld. De vervangend wethouder gaf aan dat dementerenden dezelfde zorg zouden ontvangen als in 2014. Niets blijkt minder waar.
De aanvullende financieringsmogelijkheden verschillen per zorgverzekeraar en dus per regio. Zo breidt VGZ in Nijmegen het aantal casemanagers dementie juist uit. In Arnhem is de situatie anders: Menzis biedt tot op heden geen aanvullende financiering. Dit betekent voor Arnhem dat er 3 van de 7 casemanagers noodgedwongen zijn gestopt en dat de overige banen op de tocht staan. Hierdoor is bij meer dan 40 thuiswonende ernstig dementerenden de begeleiding abrupt gestopt.
De gemeente Arnhem is met Menzis en betrokken ketenzorgpartners in gesprek over begeleidings- mogelijkheden van mantelzorgers voor dementerenden. Echter, ketenzorg dementie is een noodzakelijke basis om mantelzorgers te ontlasten. Deze zorg kan niet zonder casemanagers die de zorg coördineren.
Zorgverleners, patiënten en mantelzorgers maken zich grote zorgen over de huidige situatie. Zij hebben geen idee hoe en of dit op korte termijn zal worden opgelost. Wijkteams begeleiden geen langdurige trajecten en missen de benodigde specialistische kennis; huisartsen krijgen van Menzis geen uitbreiding voor praktijkondersteuning ouderenzorg.
Wijkverpleegkundigen beschikken wel over deze specialistische kennis. Juist nu de wijkteams de nieuwe taak hebben gekregen indicaties voor dagopvang voor dementerenden af te geven kan de wijkverpleegkundige hierbij als ”schakelfunctie tussen het sociale (de wijkteams) en het medische (huisartsenzorg) domein” een belangrijke rol spelen. De beloofde extra inzet van 6 FTE wijkverpleegkundigen in deze functie wordt echter niet zoals gepland gekoppeld aan vaste wijkverpleegkundigen. Dit bleek 9 februari j.l. uit de antwoorden van de wethouder op de gestelde vragen door de SP.
De wijkverpleegkundige is daardoor onvoldoende zichtbaar voor de wijkteams en de huisartsen; wat een efficiënte samenwerking om de zorg aan dementerenden goed af te stemmen niet bevordert.
Daarom heeft de SP vragen gesteld aan het college, klik hier om de vragen te lezen.
- Zie ook:
- Paulien Lunter